Wat kost een sterilisatie poes

Niet elke kliniek pak een sterilisatie van een poes hetzelfde aan. En ook de prijzen lopen flink uiteen. Soms is een duurdere sterilisatie te goedkoop, soms betaal je flink teveel voor een goedkopere. Er zijn geen minimum standaarden in de Diergeneeskunde. Dus iedere kliniek doet het op zijn eigen manier. In de tabel hieronder laten we zien wat wij onder een goede sterilisatie vinden vallen, maar we laten ook zien hoe het bij sommige andere klinieken in zijn werk gaat:

Wat krijgt de kat tijdens de sterilisatieDierenkliniek Dordrecht BudgetSuper budget
Persoonlijk anesthesie planX
Medetomidine (anestheticum)XXX
Ketamine (anestheticum)XXX
Buprenorphine (pijnstiller)XX
Meloxicam (pijnstiller)XXX
Lokale pijnstillingX
InfuusX
Luchtpijp tube (trachea tube)XX
Tijd om buprenorphine te laten werkenX
Bewaking uitgeademde luchtX
PulsoxymeterX
BewakingsassistenteXX
Oplosbaar hechtmateriaalXX
Geen honden of andere katten gezienX
Gratis paar dagen extra pijnstilling voor thuisXX
Prijs€155,-

De verschillen in prijszetting kunnen we weinig over zeggen, want we kunnen niet in andermans keuken kijken. Wij zitten technisch gezien iets te goedkoop, gezien de zaken die wij allemaal standaard doen. Maar waarom doen we dan al die dingen anders?

Anesthesie

Onze anesthesie is geen one-size-fits-all aanpak. Niet alleen kijken we naar de gezondheid van de kat (die op de leeftijd van een sterilisatie meestal top fit zijn), maar ook naar het karakter. De ene kat heeft net iets meer angstremming nodig dan de ander, of een net iets lichtere of zwaardere dosering van de standaard ingrediënten.

Dankzij ons infuusbeleid (dat iedere operatiepatiënt een infuus krijgt), kunnen we veilig aan de lage kant blijven met onze anesthetica. We kunnen immers altijd bijsturen met veilige stofjes (zoals propofol). Op die manier lijden de organen het minst onder de ingreep, en zijn onze patiënten altijd kwiek en fief als ze naar huis gaan.

Pijnstilling

Wij vinden dat er bij een open-buik operatie (waarbij er aan de vrouwelijke geslachtsorganen gewerkt wordt) best wat extra pijnstilling mag zitten. Daarom combineren wij de standaard anesthetica (die ook wat pijnstillend werken) met lokale anesthesie en buprenorphine. Aan de kat thuis merk je dat verschil niet zo snel, maar er is bewezen dat alleen buprenorphine al voor een fijnere ingreep zorgt. Grappig extra puntje daarbij was wel dat het even duurt voordat deze pijnstilling werkt, dus als je te snel na de injectie gaat opereren…

Infuus

Bij al onze ingrepen, op de kater castratie na, geven wij infuus. De redenen hiervoor zijn:

  • Patiënten die nuchter zijn, hebben vaak ook te weinig gedronken
  • De bloeddruk daalt door de anesthesie medicatie (dexmedetomidine)
  • Je droogt uit van de gebruikte anesthesie medicatie (dexmedetomidine)
  • Je hebt een directe verbinding voor extra anesthesie medicatie
  • Je houdt een directe verbinding met de bloedbaan over voor spoedmedicatie

Intuberen

Als je onder anesthesie gaat, onderdruk je vanalles. Ademhaling, slikreflexen, etc. Het is dus een onverantwoord risico om de luchtwegen niet veilig te stellen met een trachea tube. Groot voordeel is dat je dan niet alleen extra zuurstof toe kan dienen, maar ook de patiënt in de gaten kunt houden met de uitademingslucht. En ook dit is een effectieve manier om extra anesthesie gassen toe te dienen.

Voor- en nazorg

Dankzij de Fear Free inrichting van onze praktijk, en de daarbij passende instelling, zorgen we dat een onaangename dag, zo goed mogelijk verloopt voor uw kat. Daar hoort, onder andere, geen contact met honden bij. Maar ook een aantal dagen pijnstilling. Bij de prijs inbegrepen.

Registratie van honden

(informatie van de website van het RVO)

Informatie voor fokkers en importeurs:

  • Fokkers en importeurs registreren zichzelf bij het RVO. Zij krijgen dan een UBN. Heeft u als bedrijfsmatige fokker of importeur al een UBN? Dan kunt u gewoon dat nummer gebruiken.
  • Een UBN is nodig om de hond te registreren. Zorg daarom dat u uw UBN bij de hand heeft als u uw hond(en) bij een dierenarts of chipper laat chippen.
  • Pups moeten binnen 7 weken na de geboorte gechipt worden én een paspoort hebben.
  • De dierenarts of chipper registreert bij een aangewezen portaal dat de hond is gechipt. Daarbij is ook het UBN van u nodig.
  • Als fokker registreert u de geboorte van de pup bij een aangewezen portaal. Dit doet u ook met het chipnummer van de moeder.
  • Het EU-dierenpaspoort wordt verplicht voor alle honden.
  • De dierenarts registreert het paspoort bij een aangewezen portaal.
  • Als importeur laat u de eerste registratie van de hond door een dierenarts doen. Dit moet binnen 2 weken na aankomst in Nederland gebeuren. De dierenarts registreert de import, chip en het paspoort bij een portaal.
  • Komt de hond uit een derde land en heeft hij geen EU-dierenpaspoort? Dan geeft de dierenarts een EU-dierenpaspoort voor de hond af.

Informatie voor kopers van een nieuwe hond

  • Koop alleen een hond met een chip, registratie én een officieel EU-dierenpaspoort.
  • Hondenkopers registreren de hond op naam bij een aangewezen portaal.
  • Wijzigingen geeft de nieuwe houder allemaal door aan het portaal. Denk aan adreswijzigingen, vermissing, export of het overlijden van de hond.

Wij, bij Dierenkliniek Dordrecht, werken samen met de Nederlandse Databank voor Gezelschapsdieren (NDG).

Registratie van honden

Castratie hond, nodig of niet

Dit stukje gaat niet over hoe een castratie bij een hond in zijn werk gaat, maar waarom honden gecastreerd worden (of niet!).

Castratie wegens gedragsproblemen

De meest voorkomende reden om reuen te castreren is in Nederland problemen met gedrag. Voor het gemakt delen we die op in twee grote problemen.

(Hyper-)seksueel gedrag als probleem

Sommige honden zijn letterlijk maar met één ding bezig. Die rijden op alles wat los en vastzit, of in ieder geval op zaken die er niet voor bedoeld zijn. Dat gedrag zou je hyperseksueel kunnen noemen.

Andere reuen hebben een vruchtbaar teefje in huis, of in hun vriendenkring, en vertonen seksueel gedrag als dat teefje loops is.

En dan heb je nog de puberende honden: Als honden in de pubertijd zijn (ruw gezegd tussen zesde en achttiende levensmaand), kunnen ze ook nog wel eens aan teefjes denken, als ze niet direct voorhanden zijn.

De kans dat seksueel gedrag (hyper of normaal) minder wordt, als de reutjes gecastreerd worden, is groot. Maar daar horen drie kanttekeningen bij:

  1. Als we alle mensenmannetjes die overdreven seksueel gedrag vertonen tijdens hun pubertijd zouden castreren, zouden er erg weinig hele mannen overblijven
  2. Het kan zo zijn dat je hyperseksueel gedrag wegneemt, maar dan bestaat de kans dat er ander vervelend gedrag voor in de plaats komt
  3. Niet al het seksuele gedrag is seksueel (zo is rijgedrag ook een prima manier om een reactie uit te lokken)

“Dominant” gedrag

Dominantie bij honden is een beetje een heet hangijzer. Een heleboel ongewenst gedrag is lange tijd als “dominant” weggeschreven. Maar meestal is het eigenlijk een stukje onzekerheid, verveling, of misplaatste assertiviteit. Denk maar aan mensen: Haantje de Voorste is vaak eerder onzeker, heeft hersenen die schreeuwen om aandacht, of voelt de groep niet goed aan.

Als je in zo’n geval de reu castreert, neem je een stukje zekerheid en motivatie weg. Dan is de kans groot dat het gedrag erger, of op een andere manier vervelend wordt.

Medische redenen (curatief)

De enige gegarandeerd goede reden voor castratie is een medische: als testosteron zorgt voor een te grote prostaat, of een bepaalde tumor stimuleert, dan kan hij beter weg zijn. Hetzelfde geldt voor testikels waar een plotseling een draai in zit, of waar een tumor in groeit.

Medische redenen (preventief)

De enige reden om eventueel preventief te castreren, is als niet alle balletjes ingedaald zijn. De zogenaamd “cryptorche reu”. Er is namelijk een vergrootte kans op tumor ontwikkeling, in testikels die niet ingedaald zijn. Die kans is klein, en een jaar of 20-30 geleden is er een onderzoek gedaan naar de kans op zo’n tumor, afgezet tegen de kans op complicaties van de castratie zelf. Toen was de conclusie dat het geen zin had om preventief te castreren.

Inmiddels is dat waarschijnlijk veranderd: honden leven langer, en lopen dus meer kans op tumor ontwikkeling. En de anesthesie is een ook een stuk veiliger geworden. Dus de kans aan de tumorkant is groter geworden, en de kans op complicaties van de operatie zijn kleiner geworden. Maar voorlopig heeft niemand het onderzoek opnieuw gedaan met deze data.

Wat wij dus adviseren bij cryptorche reuen is:

  1. De hele pubertijd afwachten
  2. Is er daarna hypersexueel gedrag, dan een tijdelijke castratie
  3. Verbetert het gedrag door de tijdelijke castratie? Dan echt castreren.
  4. Verbetert het gedrag niet, en het betreft een ras met een korter verwacht leven: dan niet castreren
  5. Verbetert het gedrag niet, en het betreft een ras met een langer verwacht leven: alleen de binnenbal(len) verwijderen

Hoeveel werk dat is, hangt af van de locatie van de niet-ingedaalde testikels. Als die in de lies zitten, is het maar een klein beetje meer werk dan een gewone castratie. Als ze in de buikholte zitten, is het net zoveel werk als een sterilisatie operatie bij een teef.

Advies castratie

Aangezien het effect van castratie vaak onzeker is, adviseren wij bijna altijd om eerst tijdelijk te castreren. Dan wordt, gedurende een half jaar tot een jaar, het testosteron uitgezet bij de reu door een injectie met een implantaat. Levert dat een enorme verbetering op, dan kan een echte castratie volgen. Levert het een verslechtering op, dan is het fijn dat hij op den duur weer uitwerkt.

Als u advies op maat wilt, kunt u altijd een afspraak maken.

Knikkers op tafel

Dierenziekenhuis Dordrecht

Wat is nou helemaal het verschil tussen een dierenziekenhuis en een dierenkliniek?

Ieder dier krijgt standaard de beste zorg
Iedere patiënt krijgt bij ons de beste anesthesie. Infuus, zuurstof, en bewaking van vitale functies.

Marketing, niets meer en niets minder. Er zijn geen wetten of regels die voorkomen dat iemand een garagebox huurt en dit een dierenziekenhuis noemt. Wij hadden ons dus best Dierenziekenhuis Dordrecht kunnen noemen, maar dat vonden we een beetje overdreven.

Wij zijn gewoon een Dierenkliniek. En wij kunnen alles wat u van een moderne ouderwetse kliniek zou verwachten. Onze diensten zijn, onder andere:

  • consulten
  • operaties
  • röntgenfoto’s
  • echo’s
  • bloedanalyse
  • microscopie

En in overleg kunnen wij ook een CT scan verzorgen.

Maar bovenal kunnen wij nadenken en met u overleggen. Voor persoonlijk contact en passend advies gaat u naar een kliniek zoals die van ons. Een alternatief zou de andere onafhankelijke kliniek in Dordrecht zijn, Dierenartspraktijk Andreas Stad.

In de overgrote meerderheid van alle kwaaltjes, ben je met een gewone fatsoenlijke kliniek al geholpen. Alleen in uitzonderingssituaties komen we er niet uit.

Als wij er niet uitkomen, zorgen we er voor dat u goed begeleid alsnog naar een meer gespecialiseerde dierenarts kunt. De enige motivatie die wij op dat moment hebben, is u en uw huisdier de best passende zorg te regelen.

Allergie bij huisdieren

Helaas komt allergie bij honden en katten (net als bij mensen) steeds meer voor. Waarom dat zo is, daar zijn we nog niet uit. Dus tot die tijd beperken wij ons tot het diagnosticeren en behandelen van allergiën.

Diagnose van allergie

Allergiën bij honden en katten uiten zich vaak als jeukklachten. Soms is dat heel duidelijk, zoals een rode buik, of heel veel bultjes. Maar soms zijn de klachten een stuk minder opvallend, zoals knagen aan de pootjes, of terugkerende oor- of anaalklierproblemen. En dan zijn er een aantal mogelijkheden.

  1. De huidirritatie is een normale reactie op iets irritants (zoals een reinigingsmiddel)
  2. De irritatie is een overreactie op stofjes uit de omgeving (“atopie” genaamd)
  3. De irritatie is een overreactie op stofjes in de voeding (“voedselallergie” genaamd)

Waarbij de allergie tegen omgevingsdingen en die tegen voedingsstoffen ook nog eens tegelijk voor kunnen komen.

Wat we daarom als eerste doen, is een goed gesprek met de baasjes. Als een jeukklacht in een bepaald seizoen meer voorkomt dan in andere seizoenen, wordt een omgevingsallergie een stuk waarschijnlijker.

Blijft het onduidelijk welke oorzaak er is, dan volgen we de volgende stappen:

  • starten op een hypo-allergeen dieet
  • symptoom bestrijding jeukklachten

Als de allergie klachten van de hond of kat heel erg zijn, beginnen we met allebei tegelijk. Als het wel meevalt, beginnen we alleen met het dieet.

Allergie voor voedsel

9 tot 12 weken

Het is enorm belangrijk om te beseffen dat het lang kan duren voordat een speciaal dieet werkt. Dat is een percentage-spel: hoe langer je wacht, hoe meer procenten van de allergische honden ook kan laten zien dat het werkt. Dus als je geluk hebt, zie je het al na 3 weken. Maar je kunt pas echt succes verwachten na 9 tot 12 weken. Dat is ook de hoofdreden dat we direct met zo’n dieet beginnen: als je daar pas mee begint als de rest niet helpt, ben je wéér een paar weken langer bezig.

Eiwitten

Wat houdt een “hypo-allergeen” dieet dan precies in? Het belangrijkste om te weten, is dat verreweg de meeste allergiën tegen bepaalde dierlijke eiwitten zijn. De nummer 1 daarbij is “kip”, maar het kan ook “koe”, “varken”, of iets anders zijn.

Nieuwe eiwitten of gehydrolyseerde eiwitten

Dan heb je als baasje de keuze: of je gaat zorgen dat de hond of kat alleen nog maar eiwitten eet, die hij of zij nog nooit gehad heeft (zoals struisvogel, witvis, paard, gans, eend, kangoeroe, etc.). Of je geeft een voer waarin met een chemisch trucje, de eiwitten zo klein geknipt zijn (“gehydrolyseerd” heet dat), dat het immuunsysteem er niet meer op kan reageren. Alle grote merken hebben zo’n voer. Wij adviseren om dit wel in overleg met een dierenarts te doen. Want voeding is een belangrijk iets. Zo is er een tijdje een rage geweest om “graanvrij” te voeren. Op zich kan dat, maar in een aantal gevallen leverde dat meer problemen op.

Niks, maar dan ook niks, anders

Het is ook belangrijk dat de patient niks eet, waar hij of zij mogelijk allergisch voor is. Dus als de hond met een voedselallergie voor kip een kipnugget in het park vindt, beginnen de 9 tot 12 weken, voordat je effect kunt verwachten, weer opnieuw.

Niet direct opgeven

Als dit dieet geen succes heeft (dus het duurt al 9 tot 12 weken, en er is nog steeds jeuk), moet je niet direct stoppen met het dieet. Het kan namelijk zijn dat de hond wel een voedselallergie heeft, maar OOK een omgevingsallergie. En als je dan te vroeg stopt, loop je je straks een ongeluk te zoeken naar de blijvende jeuk bij een omgevingsallergie, terwijl het dan weer de oude voedselallergie is die loopt te storen.

Bloed test

Er is een bloedtest voor voedselallergiën bij dieren. Voorlopig zijn de uitkomsten daarvan niet klinisch relevant. Het is een vrij prijzige test die, naar onze mening, niet zoveel toevoegt aan de diagnose of de therapie.

Allergie voor de omgeving

Voor de omgevings allergiën is het een stuk lastiger een oplossing te verzinnen dan voor de voedsel allergiën. Je zou denken dat je ze eenvoudig kunt ontlopen, maar dat is nog niet zo makkelijk. Als er berkenzaadjes in de lucht zitten, dan weten ze je wel te vinden.

Al kan het wel helpen om niet door grasvelden te rennen, als je allergisch bent voor graszaadjes.

In de meeste gevallen kom je bij dit type allergie uit op medicatie. Als je geluk hebt enkel een smeerseltje (zoals af en toe een oorzalfje), en als je geluk hebt ook alleen maar een paar maanden per jaar. Als je pech hebt, heb je het hele jaar last, en dus het hele jaar medicatie nodig.

Medicatie bij allergie

Er zijn een aantal groepen medicatie. Die hebben allemaal verschillende werkingen, verschillende bijwerkingen en erg verschillende kosten.

Per geval zal de dierenarts de beste keuzes doorspreken. Voor korte termijn medicatie kan het vaak niet zoveel kwaad om iets te geven met veel bijwerkingen. Maar als je het weken tot maanden lang gaat geven, wil je niet dat het medicijn erger is dan de kwaal.

Bloedonderzoek

Er is een bloedonderzoek voor omgevingsallergiën. Maar het is erg belangrijk om de beperkingen hiervan te begrijpen. De belangrijkste is dat er best veel vals-positieven uit gaan komen. Ben je bijvoorbeeld allergisch voor een graszaad, dan kan het zomaar zijn dat je ook een positieve uitslag krijgt bij andere graszaden, of een huisstofmijt. Of, en dat is nog wel vervelender: als je enkel een voedselallergie hebt en je doet een test voor omgevings allergenen, dan gaat daar waarschijnlijk ook iets uitkomen (terwijl je er helemaal niet allergisch voor bent).

Het is dus alleen maar zinvol als je deze test zinvol toepast. Dus:

  1. Als er geen klachten door voedselallergie zijn
  2. Als men beseft dat er veel onterecht positieve uitslagen gaan zijn
  3. Men begrijpt dat het lastig gaat zijn de veroorzaker te ontlopen
  4. Men bereid is om te desensitiseren

Desensitisatie

Het hoofddoel van het bloedonderzoek, is om een therapie van desensitisatie in te stellen. Da’s een leuk woord voor scrabble, wat betekent “het minder gevoelig maken”. Wat je dan doet is dat je met kleine injecties met het goedje waar ze allergisch voor zijn, het lichaam vertellen dat het zich niet zo aan moet stellen. Dat zorgt in 70% van de gevallen voor verbetering. Verbetering is niet genezing! Verbetering betekent dat je met minder medicatie de symptomen kan onderdrukken, of met dezelfde medicatie de klachten meer kunt onderdrukken. In heel zeldzame gevallen kom je soms van de medicatie af. Heel zeldzaam: reken er niet op!

Oorontsteking bij hond en kat

Bij honden (en minder vaak bij katten) komen regelmatig oorontstekingen voor. Dat is meestal een “buitenoor-” ontsteking (otitis externa). Dat wil zeggen dat het gehoorkanaal ontstoken is. Het middenoor (wat bij mensen nog wel eens ontstoken raakt) ontsteekt minder vaak bij onze huisdieren.

Oorzaken van oorontsteking

De meest voorkomende oorzaken voor otitis externa zijn:

  1. allergiën
  2. afwijkend klimaat door anatomie
  3. afwijkend gehoorkanaal

Allergiën

Wat er simpelweg gebeurt als een huisdier een chronische allergische reactie heeft, is dat (vooral op gevoelige plekjes) de huid wat gaat ontsteken. Hij wordt dan wat rood, wat warmer en wat vochtiger. In een buisje, zoals een oor, vormt dat een ideale kweekvijver voor bacteriën en gisten.

Honden die vaak na het zwemmen oorontsteking krijgen zijn vaak ook allergisch ergens voor.

Allergiën die dit kunnen veroorzaken zijn een voedselallergie, een allergie voor omgevingszaken (de zogenaamde “atopie”), of beide.

Anatomie

Sommige honden hebben hun anatomie gewoon niet mee. Rassen met ERG grote flappen, krijgen oorontstekingen simpelweg omdat de gehoorgang gaat broeien door de flaporen die er voor hangen. En katten met flapoortjes ook.

Afwijkingen

Soms hebben patiënten een afwijking in of aan de gehoorgang. Zo hebben dieren soms poliepen in het oor, of door genetische afwijkingen een erg nauwe gehoorgang.

Diagnostiek bij oorontsteking

Pseudomonas in oorsmeer uitstrijkje
Het is op de foto niet heel mooi te zien, maar dit zijn Pseudomonas bacteriën uit de gehoorgang van een hond

Omdat allergiën zo’n grote rol spelen is het verhaal van de patiënt enorm belangrijk. Komt het vaker voor? Komt het in bepaalde seizoenen voor? Zijn er andere jeuk klachten (zoals problemen met de anaalklieren)?

Daarna wordt er in de oren gekeken. Dan kijken we naar de volgende zaken:

  • Hoe ziet het oorsmeer er uit
  • Hoe ziet de huid in de gehoorgang er uit
  • Is het trommelvlies nog heel

Op basis daarvan wordt een plan gemaakt. Als er voor dat plan antibiotica oorzalf nodig is, wordt er vaak onder de microscoop gekeken naar de bacteriën en/of gisten die in het oor wonen.

Therapie van oorontsteking

Oorsmeer met een mengbeeld van bacteriën en gisten bij oorontstekingAfhankelijk van de oorzaak (allergie of niet) en de bijkomende problemen (bacteriën of gisten) wordt er een therapie ingesteld. Vaak is dit wat ingewikkelder dan enkel een middeltje voor de oren, omdat er een allergie speelt waar de hele patiënt last van heeft. Als je dan de allergie niet aanpakt, is het dweilen met de kraan open.

Kan er zalf in de oren, en zijn daarbij antibiotica nodig, dan is het nuttig om eerst te kijken wat er allemaal in het oor leeft. Niet alle oorzalfjes werken tegen alle kwalen. Zo is er een antibiotica middel wat een maand lang werkt, maar dat kan niet gebruikt worden als er Pseudomonas bacteriën in het oor zitten. Daar is dan weer een ander zalfje voor.

En vaak is antibiotica helemaal niet nodig.

Wat ook nog meetelt is dat je heel voorzichtig moet zijn met oorproducten als het trommelvlies misschien gescheurd is. Dat kan niet alleen heel veel pijn doen, maar de hond of kat ook nog eens doof maken.

Frustrerend

Gisten in een oorsmeer uitstrijkje
Deze barbapappa’s zijn gisten in het oor

Het lastige aan oorproblemen is dat de oorontsteking bijna altijd veroorzaakt wordt door iets wat altijd blijft spelen: Een allergie heb je in de regel voor het leven, en ook je anatomie verandert meestal niet. Het is dus belangrijk dat dit hele verhaal duidelijk uitgelegd wordt. Vraag daarom altijd door als iets niet duidelijk is!

Schildklier bij katten

Bij oudere katten komt best vaak een aandoening aan de schildklier voor. Dan maakt de schildklier te veel schildklierhormoon aan.

Symptomen

Het meest opvallende symptoom is dat de kat afvalt, terwijl hij of zij toch gewoon goed eet. Daarnaast zie je vaak een wat viezige vacht, omdat de kat zich minder goed wast. En soms ook gedragsveranderingen (zoals aggressie).

Diagnostiek

De diagnose stel je met een bloedonderzoek op schildklierhormoon. Vaak worden dan ook meteen wat andere mogelijke oorzaken voor gewichtsverlies mee getest. Bij de meeste klinieken (waaronder Dierenkliniek Dordrecht), kan dit gewoon in de kliniek geanalyseerd worden.

Therapie

Er zijn een aantal therapeutische mogelijkheden bij hyperactieve schildklier katten:

  • Tabletjes
  • Drankje
  • Oorzalf
  • Chirurgie
  • Bestraling
  • Dieet

De therapie begint altijd met het medicamenteus onderdrukken van de schildklierhormoon productie. Dat kan met pillen, met een vloeistof voor in de bek of met een oorzalf.

Als de kat dan eenmaal in balans is, is er de mogelijkheid om het permanenter aan te pakken. Dat kan met chirurgie, of met bestraling.

De chirurgie was lang geleden de enige optie, en heeft een paar grote nadelen. Zo moet je uitvogelen welke schildklier (je hebt er aan elke kan één) je moet verwijderen. Als je hem verwijdert, is de kans groot dat je vrij snel daarna ook de andere moet verwijderen. En als je schildklieren verwijdert, kan het gebeuren dat je (per ongeluk) ook de bijschildklier verwijdert of beschadigt. Vaak komt dit dan alsnog neer op dagelijks pillen geven, om dat te compenseren. Laat nou “ik wil geen dagelijks pillen aan mijn kat geven” precies de hoofdreden zijn om verder te gaan dan enkel medicamenteus behandelen. Dus chirurgie wordt niet vaak meer toegepast.

Bestraling is de moderne permanente aanpak van hyperthyreoidie. Dan wordt er radioactief jodium aan de kat gegeven, zodat het stukje schildklier wat onzinnig hard hormoon maakt, door de radioactiviteit kapot gemaakt wordt. Dan blijft er normaal schildklier weefsel over. Het grootste nadeel hiervan is dat de kat een tijdje uit logeren moet. Daarna kost het aardig wat, en bestaat er de kans dat er ooit weer een nieuw stukje schildklier teveel gaat produceren. Deze behandeling wordt aangeboden door de Universiteit Utrecht, de Universiteit Gent en door Dierenkliniek De Lingehoeve in Liende.

Er bestaat ook nog een therapie die berust op het geven van een dieet, waar geen jodium meer in zit. Dit is op zichzelf een prima methode, maar is praktisch vaak erg lastig uit te voeren. Zo vinden een hoop katten het voer niet lekker, en mag de kat ook niks, maar dan ook niks anders binnenkrijgen. Een kat die dus wel eens aarde van zijn of haar pootje likt, krijgt meteen weer last van de schildklier.

Controles

Als een kat eenmaal aan de schildklierbehandeling deelneemt, moet er regelmatig gecontroleerd worden of de therapie nog wel voldoende werkt. Meestal wordt dat gedaan met regelmatige bloedonderzoeken (elk half jaar is ideaal). Als geld echt een groot probleem is, zou regelmatig wegen ook een indicatie kunnen zijn. Het lastige daarvan is dat je pas als het hormoon echt weer te hoog is, gedurende langere tijd, gewichtsverlies gaat merken. En in de tussentijd is de bloeddruk te hoog geweest, en is er dan mogelijk weer extra nier- en hartschade.

Bij een schildklierhormoon die langere tijd te hoog is, kun je schade aan allerlei organen oplopen. Dus vaak worden de nieren ook meegetest bij het bloedonderzoek, en mogelijk de bloeddruk. Soms ontstaan er ook hartklachten.